Onderstaand stuk tekst is geschreven door Historische Kring Gente
Het Witte Paard
Verhaal over de rijke geschiedenis van Het Witte Paard
In het jaar 1882 was Jan Milder eigenaar van een herberg aan de Leemstraat. Zo heette tot 1 januari 1938 de Dorpstraat. Hij betaalde jaarlijks 25 gulden voor de vergunning om drank te mogen verkopen. Zijn tapperij was gevestigd ‘aan de Noord/West zijde van de woning, beneden voorkamer’ zoals de gemeente het toen omschreef. Het was toen nog een huiskamercafé, waarvan Gendt er in die tijd meer dan dertig had. Jan was de zoon van Theodorus Milder. Dat blijkt ook uit de ondertekening van de koopakte: Jan Milder Thzn. Regelmatig was er in het café een door een notaris geleide openbare verkoping van roerende en onroerende goederen.
Hoogstwaarschijnlijk heeft Jans vader het pand gebouwd. Onbekend is wanneer, maar het moet na 1868 geweest zijn. In dat jaar verscheen de Gemeente-atlas van Jacob Kuyper en daar staat de woning niet op. Vermoedelijk nam Jan de vergunning van zijn vader over.
Jan is twee keer getrouwd geweest. Zijn eerste vrouw heette Johanna Mantz. Na haar overlijden hertrouwde Jan met Florentina Hendriks. Uit zijn huwelijken werden zes kinderen geboren, twee bij zijn eerste echtgenote, vier bij zijn tweede. Jan Milder overleed in 1901.
De Herberg overgedragen aan de jongste dochter
Johanna (Anna) Milder, de jongste dochter uit Jans tweede huwelijk, trouwde in 1903 met Gerardus (Grad) Meurs. In dat jaar werden ze waarschijnlijk eigenaar van de herberg. In 1905 kocht Grad de Gendtsche Molen van Harry Peters en ging later ook bij de molen wonen. Grad die meer koopman was dan kastelein, verkocht in 1914 de zaak aan Hendricus Schaars.
Herbergen hadden een sociale functie, ook die van Milder en Meurs aan de Leemstraat. Gendtenaren liepen even binnen om wat te drinken en een praatje te maken, vertegenwoordigers pauzeerden er, marktkooplui verzamelden zich aan de tap als ’s middags de zaken waren gedaan. Tijdens de kermis, de paardenmarkt, de schuttersfeesten en andere gelegenheden zat de herberg vol met volk van alle rang en stand. Regelmatig stopten koetsiers aan de Leemstraat, zetten hun paard vast aan de speciaal daarvoor in de muur aangebrachte ringen en sloegen een borreltje achterover, het zgn, koetsiertje.
Heerboeren die zogenaamd naar hun akkers gingen kijken of alles groeide en bloeide, belandden vaak met hun paard en dressuurkarretje bij de herberg voor een snapske. Zelfs zo vaak dat het naar huis gaan werd vergemakkelijkt doordat het paard al de weg wist naar huis en de heerboer al een dutje kon doen op zijn karretje.
Cafés, winkel, weegbrug, transportbedrijf en garage aan de Leemstraat
Hendricus Johannes Cornelis – aanspreeknaam Hent – Schaars was in 1906 samen met zijn broer Hermanus Johannes Jacobus naar Gendt gekomen vanuit Angerlo. Ze woonden in Ruimzicht aan de dijk. Daar hadden ze al een tapperij. Naar goed plaatselijk gebruik kregen ze al snel een bijnaam. Hendricus werd De Dikke van Schaars. En, om het ingewikkeld te maken, Hermanus werd aangesproken met zijn tweede doopnaam Jan of met ome Hè.
Hendricus trouwde in 1913 met Allegonda Roelofs uit Haalderen. Ze gingen wonen en werken in het pand aan de Leemstraat. Behalve het café hadden ze een winkeltje, een weegbrug en een (transport)bedrijfje met een aantal paarden. Die gebruikten ze voor het vervoer van landbouwproducten van Gendtse boeren naar de veiling, in de stalhouderij en voor loonwerk. Later begonnen ze in het pand een garage- en taxibedrijf. In 1938 werd Hendricus depothouder voor Gendt en omstreken van de Haagsche Veiling voor Fruit en Groente NV. Boeren hoopten in het westen van het land betere prijzen te kunnen krijgen.
Het depothouderschap was geen nieuwe activiteit voor de onderneming aan de Leemstraat. Van 1910 tot 1922 was er al een depot gevestigd van de Betuwsche Stoomtramweg Maatschappij.
In 1931 stond er een advertentie in De Gelderlander: ‘Danscursus bij Cafe H. Schaars te Gendt onder leiding van J. Ditsel, dansleraar Nijmegen. Inlichtingen en aanmelden dagelijks bij H. Schaars café, te Gendt’. Tot in het begin van de jaren zeventig kregen jongens en meisjes uit Gendt en omgeving dansles in de zaal van Schaars. Na Ditzel kwamen De Goey en Bilderbeek als dansmeesters naar Gendt.
Jan Schaars (ome Hè) trouwde in 1910 met Anna Nas en kocht het café van Henk Bossmann, het latere De Klok.
Het was maar goed dat de omringende gemeenten een samenwerkingsverband hadden gesloten voor brandbestrijding. Op 25 mei 1936 brak er brand uit in de garage en de stalhouderij van Schaars. Omdat de brandspuit van Gendt in reparatie was, moest de brandweer van Elst te hulp worden geroepen. Deze brandweerlieden slaagden erin om het woonhuis en café te behouden. De garage is tot de grond toe afgebrand met daarin een lijkkoets van de Sint Vincentiusvereniging, een rijkoets, een aantal andere rijtuigen en paardentuig. De brand was ontstaan door kortsluiting.
Café-restaurant Het Witte Paard
Henricus en Allegonda kregen zeven zonen: Herman, Jan, Wim, Thee, Harrie, Geert en Koos. Toen Koos teruggekeerd was uit Indië, kreeg hij verkering met Mientje Kampschreur. Ze trouwden in 1955 en namen het bedrijf van hun ouders over. Ze noemden hun stek café-restaurant Het Witte Paard. Waarschijnlijk bezat de familie Schaars een schimmel. Na het overlijden van Koos in 1963 zette Mientje het bedrijf nog veertien jaren voort.
In Het Witte Paard – en later Im Weissen Rössl – was veel te doen. Natuurlijk waren er de normale horeca-activiteiten zoals de gewone cafégasten die er een borreltje of pilsje kwamen drinken en er een partijtje biljartten. Met de kermis en het kersenfeest kon er geen muis meer bij. Daarnaast waren er bruiloften en koffietafels, maar ook verenigingen wisten Schaars en Tinneveld te vinden. Harmonie, schutterij, beide vogelverenigingen, vakbond, toneelvereniging en vrouwencarnavalsvereniging kwamen er bij elkaar voor repetities, vergaderingen, uitvoeringen en tentoonstellingen.
In de Tweede Wereldoorlog waren de kerken van Gendt en de omliggende dorpen verwoest. Tussen 1945 en 1947 diende de zaal van Het Witte Paard als noodkerk. Door het tekort aan schoollokalen werd bij Schaars handarbeidles gegeven.
Naamsverandering naar Im Weissen Rössl
Toen Nol en Toos Tinneveld in 1977 eigenaar werden veranderde de naam van het pand; Het Witte Paard werd in Im Weissen Rössl. Nieuw zijn de discomiddagen en -avonden en de schietbaan van de schietvereniging – onderdeel van schutterij Sint Sebastianus – op de bovenverdieping. Nol overleed op 20 januari 2000 en Toos zette het bedrijf met de kinderen nog een aantal jaren voort.
Toos overleed op 26 februari 2012 en vanaf die tijd raakte Im Weissen Rössl in verval.
Namens de Historische Kring Gente